Opdat we niet vergeten: Bijdrage van Karin Kayadoe
Naar aanleiding van de 4 en 5 mei herdenkingen heb ik mijn moeder L. Kayadoe-Postmus geïnterviewd;
Mam, je bent geboren in juli 1940 in de provincie Groningen. Eigenlijk dus in het eerste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Waarschijnlijk zal het een heel andere situatie zijn dan in de Randstad werd ervaren. Kunt u zich nog wat herinneren van de kinderjaren in oorlogstijd?
Tegenover over ons huis waren Duitsers ingekwartierd en daar was een oude Duitse soldaat bij en die noemden we opa. Die schoot in de lucht zijn geweer leeg en wij mochten de lege hulzen opzoeken. De lege hulzen bewaarden we, eigenlijk beseften we niet wat we bewaarden. Ze werden apart door ons bewaard in een doosje.
Veel kan ik me niet herinneren van de oorlog, ik was nog heel jong. Wel kan ik me een tram-overval herinneren. Van Drachten naar Groningen reed een tram. De tram werd beschoten, wij waren net bij mijn tante en hebben op de grond gelegen om dekking te zoeken. Aan het eind van de dag hebben mijn ouders ons naar mijn opoe gebracht. We moesten bij haar in de bedstee slapen omdat het nog niet veilig was. Dit heeft heel veel indruk op mij gemaakt en is mij nog steeds bijgebleven. De bedstee lag tussen de voor- en achterkamer. Met z’n zessen lagen we er opgerold in. Mijn opoe woonde verder van het dorpscentrum af en daar werd niet zoveel geschoten.
Van de bevrijding kan ik mij meer herinneren. Ik was immers toen ‘al’ 5 jaar.Mijn eerste reep chocolade kreeg ik toen van een Canadese soldaat. Alle tanks heb ik het dorp in zien rijden. Een stond er zelfs naast ons huis. We hadden nog nooit tanks gezien. Het was heel vreemd en ze spraken een andere taal. De Canadezen mochten slapen in een loods van mijn oom en tante, daar waren allemaal stapelbedden geplaatst.
Mam, was de stemming nu echt feestelijk toen de Canadezen arriveerden?
De dag voor de bevrijding zijn er door de Duitsers nog 16 mensen in ons dorp neergeschoten. Gewoon willekeur. Ze reden gewoon door het dorp en waar iemand stond werd erop geschoten. Mijn vader stond op een dodenlijst van de Duitsers, de Duitsers waren al aan het vluchten voor de Canadezen binnenkwamen, Hij moest ze de weg wijzen en heeft ze een verkeerde kant op gestuurd waardoor ze in de val liepen.
De herinneringen blijven toch een beetje vaag. In mijn herinnering was de stemming niet echt feestelijk. Alleen die reep chocolade….ik had nog dat nog nooit geproefd. Tijdens de oorlog hebben wij verder eten en drinken genoeg gehad, een oom had een boerderij dus er was altijd eten. Na de oorlog moest ik gelijk naar de kleuterschool, er was geen schoolgebouw meer. Een zaaltje van de kerk was mijn klaslokaal. Daarna gewoon naar de lagere school in een gebouw vol kogelgaten.
Dank Mam dat je deze herinneringen met ons wilde delen
Comments
This post currently has no comments.