Opdat we niet vergeten: Er was ook humor 3
Uit het boekje “Ken-je-die?”, een bundeltje volkshumor uit de oorlogsjaren, soms leuk, soms venijnig, soms een tikje grof, maar altijd anti-Duits. Wat niet anders kan omdat Nederlanders ze aan elkaar vertelden.
De Duitsers organiseerden een kippeninspectie bij de leveranciers aan de Barnevelder eiermarkt.
– Prachtige dieren zijn dit, zegt de kippen-Inspektor tegen den eersten boer, waar zijn inspectie hem brengt. Wat geef je ze te eten?
– Och, heel gewoon. Wat graan en maïs.
– Maar man, ben je gek, graan en maïs aan kippen! Als je dat nog eens lapt, ga je naar een concentratiekamp.
– Wat moeten die kippen dan vreten?
– Mij een zorg! Graan en maïs zijn voor de mensen.
Bij een tweeden boer zijn de kippen nog mooier.
– Man, wat eten die kippen?
– Niks bijzonders hoor. Wat gerst en zo.
– Gerst? Ben je gek! Gerst is voor de mensen. Als je het nog eens voert, arresteer ik je.
– Wat moeten ze dan hebben?
– Kan me niet schelen! Maar geen graan of gerst!
De derde boer heeft de mooiste kippen van allemaal.
– Wat een dieren! zegt de Inspektor. Wat geef je die te vreten?
– Niks!
– Niks? En toch zijn ze zo mooi?
– Natuurlijk!
– Maar wat vreten ze dan?
– Dat moeten zij weten.
– Maar wat gebruik je dan voor voer?
– Niks, zeg ik toch al.
– Kerel, roept de Inspektor verbaasd. Hoe lever je ‘m dat?
– Och, zegt de boer. Ik heb mijn haan Führer gemaakt en nou vreten ze bij de buren!
Comments
This post currently has no comments.