De bladblaaslul
door Jan-Willem Bullée
“Vuuuuwwww vuuuuuwwwww. Vuuuuwwww vuuuuuwwwww.”
Ik kijk uit het raam en zie wat iedereen hoort. Het is zover. Herfst, zondagochtend en de arena is geopend. De Bladblaaslullos kabaalosaurus is uit zijn zomerslaap getuimeld. En we zullen het allemaal weten.
Hij is het herfstequivalent van de sneeuwruimer en pekelstrooier, maar dan nutteloos. De bladblaaslul is een man-man en de straat is de apenrots. Hark en bezem zijn voor hem onbespreekbaar.
“Bezems zijn voor vrouwen”, zie ik de bladblazer meesmuilend denken terwijl bladeren zich als een cycloon om zijn ego wervelen.
Ik realiseer dat ik inderdaad nooit een vrouw met een bladblazer heb gezien. Logisch. Vrouwen zijn slimmer. Alleen daarom al doen zij dat niet. Als er al een reden is om blad te verplaatsen, dan vegen ze dat even netjes aan de kant zonder iemand tot last te zijn. In het uiterste geval sturen ze hun man naar de herftsarena buiten, met de bladblazer. Dan is meneer even zoet met epibreren.
Kijk ‘m toch breed lopen, met z’n borst vooruit. Althans, dat denkt hij; die pens van ‘m steekt minstens een decimeter verder naar voren. Z’n piemeltje is daardoor voor hemzelf totaal niet zichtbaar. Het verbaast me in die zin niets dat het woord “PENS” is afgeleid van “PENIS”; uitgerekend de “I” haal je weg en dan blijft “PENS” over. Of anders gezegd: door de “PENS” wordt de “I” onzichtbaar. Dit alles moet natuurlijk door die bladblazer gecompenseerd worden. En dan komen we niet met een pufmachientje, nee, iedereen mag zien dat hij een Black + Decker GW3030 gebruikt. En die is grooooottt! Hij heeft absoluut de grootste van de straat en iederéén moet het zien. En wie niet wil zien, moet maar horen; die toeter heeft een motor van 3000 Watt en dat is niet voor niets. Hij houdt dat ding vast als een man die met sporttas in de hand de sportschool binnenloopt. In zo’n altijd veel te grote tas zitten een handdoek en een paar schoenen. Het weegt niets, maar sportmannen houden dat ding bij binnenkomst met de arm zo horizontaal als mogelijk. “Kijk mij eens breed en sterk zijn”. Deze mannenlulligheid is een totaaltreurnis uit de prehistorie en dit vind je dus ook nog steeds bij de bladblaaslul.
De bladblaaslul ziet gevallen blad als de ultieme vijand die verdelgd moet worden, het liefst met zoveel mogelijk herrie. De bladblaaslul weet niet dat gevallen bladeren juist een groot nut dienen. Moeder Natuur heeft dat zelf helemaal goed voor mekaar. De bladeren houden de grond vruchtbaar, beschermen kleine insecten die de vogels voeden, laten egels hun nesten bouwen, verstoppen muizen zodat die niet je huis in lopen en de bladeren hebben zelfs onkruidreducerende eigenschappen. Maar ook voor dat alles heeft de bladblaaslul oplossingen: Muizen kan je lekker verdelgen met gemeen gif of rake vallen, en onkruid kan je vernietigen met een vlammenwerper in de zomer met 35 graden. Goed bezig, man-man!
Nee, de bladblaaslul weet het beter.
De knop wordt snel weer ingedrukt. “Vuuuuwwww vuuuuuwwwww”, doet de GW3030. Het onding heeft variabele snelheid maar het stuk onbenul wat hem vasthoudt heeft dat niet. Dat ding staat muurvast op standje orkaankracht en kan zo 418 km/u blazen! Wel superlullig dat het snoer erg kort blijkt te zijn en – in tegenstelling tot een bezem – beperkt dit euvel de actieradius van de bladblaaslul aanzienlijk. Wat volgt is dat de bladblaaslul met het snoer zo strak als een snaar zich helemaal in allerlei bochten wringt om die laatste blaadjes weg te blazen van wat hij denkt dat het zijn perceel is. Arm en been zijn gestrekt. Trillend dreigt de stekker uit het stopcontact te schieten. Hij kan er nèt bij. Een soort balletvoorstelling op straat is het gevolg. Het oogt bijna sierlijk feminien ware het niet dat ‘bladblaaslulballetvoorstelling’ weinig dito klinkt en zijn pens nu in strijd is verwikkeld met de zwaartekracht, gelijk zijn onzichtbare penis.
Tot opluchting van de omwonenden is de GW3030 weer even stil. De tekening op de zwart/oranje verpakking laat ter verduidelijking zien dat het onding ook kan zuigen, dus wie weet dat hij … Nou ja.
De bladkorf die is neergezet door de gemeente blijft stoïcijns leeg. De bladblaaslul maak liever zijn eigen stapel en die moet natuurlijk héél groot, alsof het zijn eigen apenrots is. Het gevaarte leunt bij voorkeur tegen andermans eigendom.
“Helemaal zelf gemaakt”, straalt de blazert uit terwijl hij hoopvol om zich heen kijkt, op zoek naar erkenning voor zijn geniale inspanningen.
“Kijk mama. Mammmmaaaaa!!! Kij-hijjjk! Ma’aaammm, kijk nouuuu! Ik heb een hele grote staaaapòòòlll. Van allemaal blaadjes.”
Maar mama is er niet. Sterker nog: er is helemaal niemand. Er is alleen de bladblaaslul. Niemand loopt natuurlijk vrijwillig op dat geluid af. Die knappe buurvrouw op nr. 19 aan de overkant ziet het vanuit huis wel en kijkt hoofdschuddend door het raam. Roerend in haar koffie draait ze zich om. Ze gaat zichzelf een stuk nuttiger maken, weet ik zeker. Ze kan sowieso prima zonder bladblaaslul.
De knop wordt nogmaals verbeten ingedrukt. “Vuuuuwwww vuuuuuwwwww”, klinkt zijn lokroep.
Onverwachts loopt er een argeloze voorbijganger de straat in. De verdwaalde gast zegt iets onverstaanbaars tegen de bladblaaslul.
“Bladblazers vervuilend?”, hoor ik de bladblaaslul verontwaardigd tegen de voorbijganger zeggen. “Wees blij dat ik niet zo’n benzinemotor op m’n rug heb. Nee, de míjne is elektrisch en ik laad deze op met groene stroom.”
Dus met een windmolen vang je ergens lucht om deze vervolgens weer uit te blazen bij jezelf voor de deur.
Logisch. Superrendabel ook.
De wet van behoud van energie is de bladblaaslul vreemd. Behalve beredeneerd vanuit hemzelf; bezemen kost méér energie dan bladblazen, dus …
Nochtans kijkt de bladblaaslul tevreden om zich heen. Nadat hij de kritische voorbijganger de hoek om geblazen heeft, is hij het stralende middelpunt van een grote bladvrije cirkel. De plasjes zijn gedaan, het territorium is afgebakend. De boom waar onder hij staat laat echter het komende uur weer net zoveel blad vallen als meneer in twee uur heeft weggeblazen. De wind doet de rest en blaast zijn werk omver. De grote stapel waait als vanzelf weer door de straat en over zijn strak betegelde voortuin. De hele situatie lijkt een soort natuurlijke perpetuum mobile. En wat als de bladblaasbuurman ook aan de slag gaat en alles terug blaast? Oorlog!
Desalniettemin steekt de bladblaaslul zelfgenoegzaam een peuk op. Roken is natuurlijk net zo nuttig als bladblazen. Nog eenmaal loopt hij langzaam zijn bladvrije perceel rond. Alle natuur is verdwenen. Het was deze ochtend weer genieten geblazen. Hij houdt het voor gezien en gaat doodgemoedereerd weer naar binnen. Zijn opgerookte peuk blijft op de grond achter.
Nu is het wachten tot het heeft geregend. Dan kan de bladblaaslul onverstoorbaar de straat droogföhnen. Je blijft natuurlijk altijd de baas over Moeder Natuur …
Disclaimer:
- De Bladblaaslullos kabaalosaurus genoemd in dit blog betreft niet één persoon. Het is een samensmelting van tientallen bladblazers, voornamelijk door mij gespot tijdens wandelingen op zondagochtend. De hardwerkenden mensen van de gemeente die de buitenruimte verzorgen vallen niet onder de Bladblaaslullos kabaalosaurus, hoewel zij hun tijd meestal beter kunnen besteden dan aan bladblazen.
- Beeldmateriaal komt van Shutterstock, betaald.
#bladblazer #bladblazers #bladblaaslul #herfst #overlast #geluidsoverlast #vervuling #kabaal #herrie #lawaai #mannen #apenrots #klusser #alfaman #natuur #onkruid
Comments
This post currently has no comments.