menu Home
Algemeen

Opdat we niet vergeten: Oom in het verzet

Paul | 25 mei 2021

“Ik kán het nog navertellen,” benadrukt voormalig radio- en televisieman Koos Postema in zijn allereerste podcast. In de vijfdelige serie ‘Een jongen in de oorlog’ schetst hij indringend hoe hij als jongetje van zeven het bombardement van Rotterdam en vervolgens het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog beleefde. De podcasts helpen het gat vullen dat door corona in onze jaarlijkse herdenking geslagen is.

Koos wordt in augustus 89 jaar. Hij werd in 1932 in Rotterdam geboren als jongste zoon van een trambestuurder. Vader overleed al toen hij nog maar vier was, waardoor zijn moeder het met vijf kinderen op een klein RET-pensioentje in haar eentje moest rooien. “Toch waren we een doorsnee Rotterdams gezin in een arbeidersbuurt,” schetst Koos. “Met een oudere broer en drie oudere zusjes was ik het nakomertje. Daar werd ik mee geplaagd, maar omdat ik een lief jongetje was, werd ik ook verwend. Voor zover er toen iets te verwennen viel natuurlijk.”

Tante Anna

Toen het bombardement op 14 mei losbarstte, wist het zevenjarige jongetje niet wat hem overkwam. “Ik kán het niet vergeten,” vertelt de man van nu op zijn eerste podcast. “Het was de allervreemdste ochtend uit die dagen. Mijn broer was gewoon naar zijn werk bij de PTT, maar mijn moeder, mijn zusjes, mijn oom Ger en ik zaten tussen de middag te eten toen het luchtalarm afging. Al snel begon de trap te schudden en stortte het hele huis in. We renden de mistige straat op en bléven rennen, tot we bij de weilanden aan de rand van de stad kwamen. Daar zei mijn moeder: ‘We gaan naar tante Anna’. Ik dacht Hè? Ik heb helemaal geen tante Anna. Maar daar vergiste ik me in. Tante Anna bleek bij de biblebelt-tak van de familie te horen waar we geen contact mee hadden. Toch ving ze ons op. Helemaal in het zwart gekleed en met een schort voor verzuchtte ze bij onze aankomst voortdurend God, God, God…”

Ineens dakloos

Niet alleen het gezin van Koos, ook 80.000 andere Rotterdammers raakten door het bombardement in minder dan een half uur dakloos. Koos woonde in de Nieuwe Rubensstraat die van de Oudedijk naar de Lusthofstraat liep. Zijn straat is nooit meer terug gebouwd. “Als kind voel je je veilig in je eigen huis,” herinnert Koos zich nog goed. “Maar ineens was ik mijn huis, mijn straat en een groot deel van mijn stad kwijt.” Na enige tijd opperde Jo, een zus van Koos’ moeder, of het misschien een idee was om het in Vlaardingen te komen proberen. “Dat deden veel geboren Rotterdammers,” weet Koos. “In Vlaardingen woonde ook veel familie. Tantes als Jo, Aagje, Lena én opa Jan. Vreselijk, die namen van toen! Ik heb Koos ook altijd een paardennaam gevonden.”

Het gezin vond huisvesting in Vlaardingen Ambacht. “Een hele nieuwe wijk, die in 1940 nog een kleine, zelfstandige gemeente was. Net als Overschie. Eigenlijk waren het kleine dorpjes, maar de Duitsers voegden ze later bij de steden. Ik moet zeggen dat ik onze straat nog steeds een heel aardige, sympathieke straat vind. Zelfs met alle auto’s van nu, want toen was de straat nog helemaal van de kinderen.”

Dick Klees, voormalig eindredacteur van het NPO radioprogramma Met het oog op morgen, kwam op het idee van podcasts door het boekje Het Bombardement, dat Koos veertig jaar geleden schreef. Na het nodige duwen en trekken wist hij Koos te strikken. Waarmee de 88-jarige oud-mediaman zelfs zijn kleinkinderen wist te verrassen.

Written by Paul

Comments

This post currently has no comments.

Leave a Reply


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.




This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.